Skip to main content

Beschrijving van de Catharinaparkiet

(Bolborhynchus lineola) Bewerkt door: M. van Aelst

De Catharinaparkiet is een lid van de diksnavel familie en het meest opvallende aan deze vogels is wel hun snavel.
Die is redelijk compact en stevig in verhouding met hun grootte. Voor de meeste enthousiaste liefhebbers voor kleine vogels of omdat ze maar weinig plaats ter beschikking hebben, zijn deze vogeltjes de ideale keuze.
Ze bezitten een aangename roep die zich vooral uit tegen voedertijd.
En in verhouding met de meeste andere conures zijn ze in feite zeer stil, doch bezitten een grote persoonlijkheid.

In het wild

De nominaatvorm Bolborhynchus lineola lineola bewoont Centraal Amerika van Zuid Mexico tot West Panama.
Een tweede ondersoort Bolborhynchus lineola tigrinus kan men aantreffen in Zuid Amerika langs de volledige Andes bergketen, op hoogten tussen de 1500 en 3000 m, van Noord Colombia en Noord West Venezuela tot Noord West Equador en Centraal Peru. Op sommige van die plaatsen komen ze veelvuldig voor.

Beschrijving

Deze vogels zijn tussen de 16 en 17 cm lang, hun korte staart meet slechts 6 cm en ze wegen rond de 50 Gr.
De Catharinaparkiet is hoofdzakelijk groen, sterk doortrokken met zwart. Het voorhoofd is geelgroen en de kroon bezit een blauwe schijn. De veren op het achterhoofd en nek zijn bij de meeste vogels afgeboord met zwart.
De flanken en borstzijden zijn olijfgroen, terwijl elke veer op groenachtig zwart eindigt. De rug, bovenvleugeldek en bovenste staartveren eindigen zeer zwart. De vleugelboog is eveneens zwart. De billen zijn geelgroen en het onder vleugeldek is blauwgroen. De bovenstaart is donkergroen met brede zwarte punten, de onderstaart donker groen. De snavel is hoornkleurig. De oogring is grijs, de iris donkergrijs, de washuid witachtig en de poten vleeskleurig.
Op het eerste zicht lijken man en pop erg op elkaar. In Europa de U.S.A. en Canada worden deze vogeltjes heel veel gehouden en gekweekt terwijl ze in Australië weinig in de volières voorkomen. Ze passen zich zeer vlug aan hun volière aan evenals aan de plaatselijke temperatuur.

Het houden

Men kan hen even goed in een ruime volière als in een kweekkooi tot kweken doen overgaan, wij hielden hen in een
Agaporniden kweekkooi van 50 x 50 x 50 cm per paar apart en de jonge of reserve vogels lieten we lekker uitvliegen in een ruime volière. Ze nemen ook zeer graag een bad.

De voeding

Catharinaparkieten bezitten een redelijk grote eetlust en zijn bijna de ganse dag aan het eten.
De zaden maken ongeveer 50% van hun voeding uit waaronder verschillende milletsoorten, terwijl ze eveneens belust zijn op haver die we echter toch niet aanbevelen. Verder een groot aandeel groenten en fruit, waaronder wortelen, zoete aardappel, zucchini, broccoli, sla, appel, druiven, sinaasappelen, granaatappel, zoete maïs en lychees (indien beschikbaar).
Wanneer het nodig is gekiemde zaden met eivoer en beschuit.
Als er jongen in het nest liggen verhogen we het aanbod gekiemde zaden, zoete maïs en eivoer.
Bij het begin van het kweekseizoen zorgen we voor wilde zaden en bloesems geoogst op plaatsen waar geen insecticide gebruikt is. Dat is een welkome toediening aan het dieet van de vogels. Jonge vogels zullen meer interesse tonen in zachtvoer en fruit en groenten. Al naargelang de jongen uitvliegen zetten we hen, dagelijks een redelijke hoeveelheid klein parkietenvoer voor. De gekiemde zaden besprenkelen we lichtjes met (Calcivet) een calcium supplement terwijl we het verse voedsel besprenkelen met (Ornithon) vitaminepoeder om er zeker van te zijn dat onze vogels hun dagelijkse behoefte aan zowel calcium als vitamines ontvangen hebben.
Dagelijks moet je vers drinkwater geven als je gezonde vogels wil houden.
Deze vogels hebben een ongelooflijk metabolisme en ik stond er werkelijk verstomd van toen ik zag hoeveel deze kleine parkieten tot zich kunnen nemen in een korte tijdspanne, en in vergelijking met grasparkieten zijn hun uitwerpselen reusachtig, zeker na een fruitmaal.
Als hun mest vloeibaarder is dan normaal zou een onervaren kweker onmiddellijk kunnen denken aan diarree.
Denk er dus aan (dit is normaal en geen paniek).

De kweek

Catharinaparkieten zijn zeer vlug broedrijp en kunnen reeds kweken op een ouderdom van 6 á 9 maanden alhoewel ik dat wat te vroeg vind.
Jonge vogels hebben meer last van legnood zelfs na toediening van het nodige calcium.
Dus een goede raad wacht nog enkele maanden langer om ermee te starten en de vogels nog wat sterker geworden zijn.
Als ze dan ongeveer een jaar oud zijn dan mag het paren voor geen problemen zorgen.
Als we twee poppen met een man in een kooi plaatsen dan zal hij daar vlug een uitverkoren popje tot het zijne maken en denk eraan paren die op zulke manier samengesteld zijn produceren over het algemeen meer jongen.
Ze kunnen legsels krijgen van 3 tot 7 eieren en bij geforceerde paren zijn de meeste daarvan on-
bevrucht, terwijl ideale koppels doorgaans 2 á 4 jongen op stok krijgen, en goede handopfokkers die getallen nog kunnen opdrijven.

Handopfok raden we echter niet aan voor een beginnende kweker aangezien de kleine jongen niet groter zijn dan de nagel van je pink bij het uitkomen.
Ze worden bijna niets groter de eerste 3 á 5 dagen zelfs met regelmatige tussentijdse voederbeurten om de 90 minuten om dan verder zeer vlug te groeien en na 6 á 8 weken uitvliegen.
Bij ons kweken deze vogeltjes bijna het ganse jaar door als we de temperatuur maar in het oog houden en ze niet aan de vrieskou blootstellen.
We zorgen voor een nestkastje van 25 x 15 x 15 cm of een rechtstaande van 15 x 15 x 30 cm met een invliegopening van 5 cm doorsnede.
De meeste kwekers gebruiken kokosvezel als nestmateriaal waarmee ze een tunnelvormig nest bouwen doch ik ken ook liefhebbers die gewoon houtkrullen in de nestkast leggen.
Nestcontrole mogen we niet overdrijven. De pop begint te broeden na het leggen van het tweede ei en de man komt haar daarbij helpen gedurende 20 á 21 dagen.
De jongen vliegen uit na 6 á 8 weken en sommige paren verzorgen wel drie nesten per jaar.
Deze vogeltjes leven normaal een tiental jaren doch er zijn er eveneens oudere bekend.

Hun gedrag in gevangenschap

Catharinaparkieten brengen veel tijd door met het hangen aan de draad van hun kooi, zij het links of rechts of ondersteboven steeds zijn ze in beweging, interessant om te zien.
Als ze gestoord worden duiken ze in paniek naar de kooi- of volièrebodem onder luid geschreeuw en hevig met hun vleugels klappend.
Om ze te vangen hebben we geen netje nodig omdat ze zich zeer gemakkelijk laten pakken en bijna nooit bijten.

Kleur mutaties

Momenteel bestaan er zeer veel kleurmutaties van deze soort waaronder grijsvleugel, turquoise, ino groen, misty en pale.
Er bestaat ook een donkerfactor en dubbel factor (DF) die ons toelaat verschillende variaties te verwezenlijken in de gewone kleuren, d groen, d turqouise, ino turqouise en dd turqouise. Er zouden eveneens reeds bonte vogels opgetreden zijn.
Buiten al deze aangehaalde factoren kunnen we Catharinaparkieten ten zeerste aanbevelen en daar bovenop zijn het nog zeer lieve vogels om als huisdier te houden.

Naschrift

EF en DF betekent enkelfactorig en dubbelfactorig. Is van toepassing op de grijsvleugelfactor.
D betekent (één) donkerfactor en DD Dubbele Donkerfactor (Double Dark).
Deze termen worden bij de NBvV gebruikt en staan vermeld in de standaard.

Word lid van SKG Catharinaparkieten